Accu
Als energieopslag voor de electrische verbruikers is de accu een belangrijk onderdeel voor het hele electrische systeem. De accu's zijn echter klein en hebben weinig reservecapaciteit.
De functie van de accu in de scooter/bromfiets is:
=> het opslaan van elektrische energie; met name bij het elektrisch starten wordt deze energie gebruikt
=> verbruikers van elektrische energie voorzien, zolang de dynamo niet in werking is.
Er zijn drie typen accu's te onderscheiden:
=> Conventionele lood-accu met vrij zuur. (doorzichtig)
=> Onderhoudsvrije (MF) accu, waarbij alle accuzuur in de platen is opgenomen.
=> Onderhoudsvrije gel-accu.
Wees voorzichtig met accuzuur (elektrolyt). Deze vloeistof is sterk bijtend, zeer giftig en tast de kunststof delen en de lak aan van de scooter of bromfiets.
Bij overmatige gasvorming in de accu (door overladen) gaat de veiligheidsklep open. De vlamdemper voorkomt dat het ontwijkende gas in de accu tot ontsteking kan komen. De capaciteit van een accu wordt aangegeven met het aantal ''ampére-uur'', afgekort Ah. De laadstroom voor een kleine accu (4 Ah) is ca. 0,4 A gedurende 10 tot 20 uur. Wanneer een accu niet wordt gebruikt, moet deze minstens om de drie maanden worden geladen.
Een nieuwe accu zal na het vullen met de accuvloeistof een onbelaste accuspanning hebben van ca. 12,5 V. De accu is dan voor ongeveer 70% geladen. Het is niet goed om deze accu nu zwaar te belasten door hem direct voor het starten van de scooter te gebruiken. Je kunt de accu beter eerst verder opladen met een acculader en dan pas gebruiken.
Laadsysteem testen
Met een multimeter kun je deze * bron-spanning meten, nadat de accu ca. 30 minuten niet is gebruikt of geladen. De multimeter zet je op DC (gelijkspanning) en je meet de spanning van de accu, d.m.v de 2 meetpunten (rood = + zwart = - die moet meer dan 12 volt zijn, is voltage lager dan éérst op/bijladen).
Multimeter
Dan druk je de startknop in en kijk je hoeveel spanning je over houdt, zakt ie onder de 9 volt met een volledig geladen accu, kun je beter een nieuwe accu aanschaffen.
Het laadsysteem testen, doe je met een goede volgeladen accu.
Om het laadsysteem te testen moet je weer de accu spanning meten, maar nu ook met draaiende (stationairstand) motor. Zowel met licht aan als met licht uit (mits funtie schakelaar aanwezig), moet er bij ongeveer 3000-tpm/rpm ongeveer 14,5 volt gelijkspanning gemeten worden. Over het hele toerenbereik mag de spanning niet hoger worden als 15volt of lager dan 13,2 volt (behalve stationair)
Wordt ie hoger dan 15 volt, is je spannings regelaar defect, lager dan 14 bij 3000tpm/rpm, is of de regelaar of de dynamo (laadspoel) naar de eeuwige jachtvelden vertrokken.
De ervaring leert echter dat de gelijkrichter/spanningsregelaar veel gevoeliger is voor storingen dan het ontstekingsgedeelte en vliegwiel. In veel gevallen is dit dan ook de hoofdschuldige mocht de accu niet meer bijgeladen worden.
* Opmerking: We spreken wel over bronspanning als de onbelaste spanning, maar eigenlijk is de bronspanning alleen theoretisch te beredeneren. Zodra je namenlijk een meter aansluit om spanning te meten, gaat er een stroom vloeien door de meter en wordt de accu in feite belast. Je meet dan dus de klemspanning.
Onderhoudsvrije gel-accu
Werking startsysteem
Belangrijk: Zorg dat de aansluitingen op de accu, het relais en de startmotor goed in orde zijn, anders ontstaan er zeker spanningsverliezen en startproblemen.
Startsysteem: de startmotor
De startmotor is een krachtige elektromotor die tijdens het starten een grote stroom verbruikt. Afhankelijk van de omstandigheden is de startstroom 15 tot 25 A. Startmotoren met permanente magneten zijn technisch eenvoudig van constructie, licht en klein van afmeting. De lagers en de koolborstels kunnen na langdurig gebruik verslijten.
De onderdelen van het startsysteem zijn:
=> Accu
=> Startmotor
=> Startrelais
=> Startknop, remlichtschakelaar en contactslot.
Gelijkrichten en spanningsregeling
In bovenstaand schema zie je het gelijkspanningsgedeelte. In de statorspoelen (1) wordt een wisselspanning opgewekt.
In de spanningsregelaar (7) wordt:
=> de wisselspanning voor de verlichting begrenst op 13-14 V.
=> de wisselspanning omgezet in een gelijkspanning om een accu op te laden;
deze gelijkspanning moet begrensd worden op 14,5/14,7 V.
Uitleg Multimeter
Om storingen in elektrische en/of elektronische systemen op te lossen is een goede multimeter absoluut noodzakelijk. Een multimeter is in feite een verzameling verschillende meetinstrumenten zoals voltmeter, stroommeter, weerstandmeter en soms ook een frequentiemeter. Bij een multimeter moet je eerst kiezen wat je wilt meten. Om dit in te stellen zit op de meter vaak een grote draaiknop. Er zijn ook meters waarbij dit met drukknoppen gaat.
Afb. 1 multimeter
De verschillende te meten grootheden (spanning, weerstand of stroom etc.) hebben ieder hun eigen aansluitbussen voor de meetdraden. Controleer dus altijd goed de aansluitingen voordat er gemeten wordt!
Bij sommige multimeters moet het bereik ingesteld worden. Hiermee wordt de maximale te meten waarde ingesteld. Voor een accuspanning van circa 12V wordt bijvoorbeeld het bereik tot 30V gekozen. Weet je niet hoe hoog de spanning of stroom is, begin dan bij het grootste bereik en pas het bereik daarna aan. Er zijn multimeters die het bereik zelf instellen; dit zijn de multimeters met auto-range (automatisch bereik). Let er bij een stroommeting op dat je eerst de ingang met de hoogste waarde gebruikt (bijvoorbeeld 10 A in plaats van 300 mA)
Veel fabrikanten schrijven voor het meten van spanningen en weerstand een multimeter met hoge inwendige weerstand voor. Digitale multimeters hebben deze eigenschap. Hiermee kan voorkomen worden dat een meting de werking van een schakeling beïnvloedt, of dat er elektronica defect raakt door het meten. Vooral bij het meten aan motormanagement-systemen, ABS, e.d. is dit van groot belang!
Voor het meten van stroom geldt echter dat de inwendige weerstand zo laag mogelijk moet zijn om te voorkomen dat de meter de meting beïnvloed. Het is raadzaam om voor het meten van (hoge) stromen een inductieve ampèretang te gebruiken.
Uitgebreide uitleg:
FF checke met de multimeter